De aandeelhouders van Philips hebben donderdag in grote meerderheid ingestemd met de splitsingsplannen van de raad van bestuur. Het elektronicaconcern wil zijn verlichtingsdivisie verzelfstandigen en zich volledig toeleggen op gezondheidstechnologie.

Met de verkoop komt een einde aan een tijdperk. Philips werd in 1891 opgericht als producent van gloeilampen. Waar het bedrijf door de jaren heen voortdurend bleef schaven aan het productaanbod, bleef verlichting tot dusver altijd onlosmakelijk verbonden met het bedrijf uit ‘lichtstad’ Eindhoven.

Dat de aandeelhouders van Philips meegaan in de keuze van de leiding van het bedrijf, is geen verrassing. Twee gespecialiseerde bedrijven zijn op de financiële markten nu eenmaal meer waard dan één groot conglomeraat waarvan de activiteiten ver uiteen liggen, is hun redenering.

‘Niet sentimenteel doen’

,,Wij moeten niet sentimenteel doen over ons erfgoed”, zei bestuursvoorzitter Frans van Houten. Door de opsplitsing van het bedrijf nemen de groeikansen van beide ondernemingen toe, aldus de topman. Van Houten leidde overigens zelf in 2006 de verzelfstandiging van NXP, de vroegere chipdivisie van Philips, in goede banen.

Niet alle aandeelhouders staan te juichen bij het opbreken van ‘hun’ Philips. Sommigen vrezen dat nog slechts een marginale rol zal zijn weggelegd voor de twee bedrijven die na de splitsing overblijven. Zeker omdat zij moeten opboksen tegen veel grotere concerns zoals het Zuid-Koreaanse Samsung.

Lees ook
Patrick Beijersbergen: niet getreurd om Philips
Herwin Thole: Hoe Philips zichzelf de das omdoet

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl